Vacature: doctoraatsbursaal – opnieuw geopend: nieuwe deadline 7/10!

Doctoraatsbursaal (voltijds)

Historische sociolinguïstiek en historische pragmatiek van het Nederlands:
Standaardisatie en entekstualisering van getuigenverhoren (1700-1900)

—— Vacature opnieuw opengesteld – nieuwe deadline 7 oktober 2020 (15:00 uur) ——

Het Centrum voor Linguïstiek (CLIN) van de Vrije Universiteit Brussel en de onderzoeksgroep Grammar and Pragmatics (GaP) van de Universiteit Antwerpen zoeken een voltijds bursaal om een doctoraatsonderzoek uit te voeren en een proefschrift voor te bereiden binnen het domein van de historische sociolinguïstiek en historische pragmatiek van het Nederlands.

Context

Het vooropgestelde doctoraat zal een ‘joint PhD’ of doctoraat in cotutelle worden tussen VUB en UAntwerpen, gezamenlijk begeleid door prof. Rik Vosters (VUB) en prof. Mieke Vandenbroucke (UA). De kandidaat zal eveneens extra ondersteund worden door een interdisciplinaire begeleidingscommissie met experten uit verschillende instellingen, en kan rekenen op een breed en actief internationaal netwerk in het veld van zijn of haar promotoren.

Langs VUB-zijde wordt de bursaal ingebed in het onderzoeksspeerpunt historische sociolinguïstiek binnen het Center for Linguistics (CLIN), en zal hij of zij deel uitmaken van het strategische SRP-groeiprogramma rond standaardisatie, waar samenwerking mogelijk is met andere doctorandi binnen de onderzoekslijn historische sociolinguïstiek. Daarnaast zal de kandidaat ook kunnen aansluiten bij het Digital Humanities Platform Brussel (DIGI), dat instaat voor de verzameling van het te gebruiken materiaal, en dat vanuit die functie een interdisciplinair klankbord biedt van betrokken taalkundigen, historici en letterkundigen.

Langs UA-zijde zal de kandidaat deel uitmaken van de onderzoeksgroep Grammar and Pragmatics (GaP) waar samenwerking en overleg mogelijk is met verscheidene collega’s en doctorandi binnen de onderzoekslijnen linguïstische pragmatiek, interactionele sociolinguïstiek en historische sociolinguïstiek.

De kandidaat wordt verwacht om afwisselend en in onderling overleg op beide werkplekken aanwezig te zijn. Hij of zij komt terecht in twee dynamische onderzoeksomgevingen van diverse doctorandi met vergelijkbare onderzoeksinteresses, waarbij er door regelmatige bijeenkomsten en activiteiten gezorgd wordt voor een stimulerend onderzoeksklimaat.

Taken

De kandidaat wordt hoofdzakelijk geacht onderzoek te verrichten. Concreet houdt dat in dat de kandidaat een doctoraatsproefschrift voorbereidt binnen het hieronder geschetste domein (zie ‘Onderzoeksproject’), maar ook tijdens het eerste jaar rond dit thema een aanvraag voor externe financiering (bijv. FWO Aspirant) uitwerkt en indient (met eventuele herindiening in het tweede jaar). Daarnaast wordt ook verwacht dat elke kandidaat lezingen geeft op nationale en internationale congressen, voorlopige resultaten publiceert in internationale vaktijdschriften, participeert in activiteiten van de internationale onderzoeksgemeenschap (bijv. het Historical Sociolinguistics Network), en helpt met het populariseren van onderzoeksresultaten voor een breder maatschappelijk publiek.

Onderwijs- en bestuurlijke taken zijn minimaal, maar kunnen in overleg worden bepaald (bijv. occasionele gastcolleges in bestaande vakken, beperkte deelname aan vergaderingen en commissies, etc.).

Vragen over inhoud of precieze opdracht?

Contacteer prof. dr. Rik Vosters (0497 53 18 40 – Rik.Vosters@vub.be) of prof. dr. Mieke Vandenbroucke (Mieke.Vandenbroucke@uantwerpen.be).

Profiel

  • Diploma master in de taal- en letterkunde of vergelijkbaar, met een aantoonbare interesse in historische taalkunde, sociolinguïstiek of pragmatiek
  • Excellente studieresultaten, waarbij een internationale studie-uitwisseling als plus geldt
  • Uitstekende kennis van (academisch) Nederlands en Engels, met kennis van bijkomende talen als extra troef
  • Master- en/of bachelorscriptie die aantoont dat de kandidaat in staat is om onder begeleiding degelijk empirisch onderzoek te voeren
  • Interesse in (historische) sociolinguïstiek en pragmatiek; (studie)ervaring in (één van) beide domeinen is wenselijk maar niet vereist
  • Vertrouwdheid met hetzij kwalitatieve onderzoeksmethoden (bijv. institutionele discoursanalyse, linguïstische pragmatiek), hetzij kwantitatieve onderzoeksmethoden (bijv. corpuslinguïstiek, NLP, digital humanities, programmeren met R), evenals interesse en bereidheid om zich in beide soorten onderzoekstradities in te werken
  • Ambitie en mogelijkheid om samen met de promotoren ook extern fondsen aan te vragen voor dit onderzoek

De effectieve uitkering van de doctoraatsbeurs is onderworpen aan de opschortende voorwaarde van inschrijving van de bursaal als doctoraatsstudent aan de universiteit.

VUB en UA voeren een actief gelijkekansenbeleid en moedigen alle kandidaten aan te kandideren, zonder onderscheid te maken in geslacht, afkomst, levensbeschouwing, geaardheid of handicap.

Aanbod

We bieden je een aantrekkelijke doctoraatsbeurs voor de looptijd van 1 jaar, na gunstige evaluatie drie maal hernieuwbaar voor een totaal van 4 jaar. Financiering is beschikbaar voor de volledige duur van vier jaar, ook indien het aantrekken van externe financiering (bijv. FWO Aspirant) niet succesvol zou zijn.

Het maandelijks beursbedrag bedraagt gemiddeld ongeveer € 2.175. Dit bedrag is vrijgesteld van belastingen en varieert naargelang de familiale situatie van de onderzoeker. Bovendien worden voldoende werkingsmiddelen voorzien voor buitenlandse congresdeelnames, publicaties, vakliteratuur, onderzoeksinfrastructuur en andere werkgerelateerde onkosten. Standaard hoort daar ook een hospitalisatieverzekering en het kosteloos gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer bij. Fiets je liever naar je werk, dan staat daar ook een vergoeding tegenover. Op beide campussen staan uitgebreide sportaccommodaties tot je beschikking en een kinderdagverblijf bevindt zich op wandelafstand.

De VUB geldt als administratieve hoofdinstelling en staat in voor de uitkering van de onderzoeksbeurs. Als onderzoeker van de Vrije Universiteit Brussel beweeg je je dagelijks in een dynamische, diverse en veeltalige omgeving. Onze campussen zijn allebei gelegen in het midden van een groene oase aan de rand van het centrum van de hoofdstad van Vlaanderen, België en Europa. Dat centrum, met al zijn mogelijkheden, bereik je met het openbaar vervoer in minder dan een halfuur. Meer info vind je op de www.vub.ac.be onder de rubriek ‘toekomstige werknemers’.

Kandideren

Deadline kandidaturen: woensdag 7 oktober 2020, 15:00 uur
Voorziene datum voor (digitale of fysieke) interviews met kandidaten op de shortlist: vrijdag 9 oktober (voor- of namiddag; gelieve in de kandidaatstelling duidelijk te vermelden indien je niet beschikbaar bent op deze dag)
Voorziene startdatum: tussen 1 november en 1 december (in onderling overleg te bepalen)
Looptijd/duur contract: 1 jaar (jaarlijks hernieuwbaar tot een totaalduur van 4 jaar)

Solliciteren kan uitsluitend via e-mail aan Rik.Vosters@vub.be en Mieke.Vandenbroucke@uantwerpen.be. Bijlagen kunnen met Dropbox, Wetransfer of een vergelijkbare dienst worden doorgestuurd indien ze te groot zijn voor e-mail.

De kandidaatstelling bevat minstens volgende bijlagen:

  1. Een korte motivering van de kandidaatstelling: leg ons niet alleen uit wat deze beurs voor jou zou betekenen, maar overtuig ons van wat jij aan dit project zal kunnen bijdragen
  2. Een curriculum vitae
  3. Een kopie van je identiteitskaart
  4. Contactgegevens van twee referenties (bijv. de promotor van je bachelor- of masterproef) die we mogen contacteren over je track record
  5. Volledige puntenlijsten én diploma’s (of afstudeergetuigschriften) van bachelor- en masterprogramma
  6. Een beknopte visie op de onderzoeksopdracht, in het Engels: enkele pistes voor verdere uitwerking of uitdieping van de hieronder voorgestelde onderzoekslijnen, en/of een reflectie over de richting die je hier verder mee zou willen inslaan, op basis van je eigen sterktes en zwaktes (ca. 1 pagina)
  7. Een proeve van eerder wetenschappelijk schrijven waar je trots op bent
    (bijv. bachelor- of masterproef, onderzoekspaper, etc.)

De documenten worden in volgorde gebundeld in één pdf-bestand met als bestandsnaam de familienaam van de kandidaat.

Onderzoeksproject

De geselecteerde kandidaat zal een onderzoeksproject uitwerken over standaardisatie en entekstualisering van getuigenverhoren in de achttiende en negentiende eeuw.

Deze verhoren van getuigen en ondervragingen van verdachten werden verzameld als deel van het Getuigenissen-project, en worden getranscribeerd met behulp van burgerwetenschap. Ze beslaan de hele achttiende en negentiende eeuw, en voor dit project zal gewerkt worden met het reeds beschikbare materiaal uit de regio Brugge. Thematisch is er een focus op verhoren rond geweldmisdrijven, zowel fysiek als verbaal, en vermogensconflicten zoals diefstallen en brandstichting.

De onderzochte periode wordt gekenmerkt door de overgang van het ancien régime naar een postrevolutionaire, geïndustrialiseerde samenleving, waarin verandering centraal staat: sociale structuren ondergaan grondige transformaties, het juridische systeem verankert met de introductie van de code napoleon de republikeinse principes van vrijheid en gelijkheid, en ook de relatie tussen samenleving en recht wijzigt. Dit project wil nagaan in welke mate en hoe getuigenverhoren als historisch tekstgenre binnen die veranderende samenleving veranderen: treedt er binnen het genre een toenemende standaardisering en beweging richting homogeniteit op, zowel (socio)linguïstisch als (socio)pragmatisch vlak, en vinden we sporen van toenemende gelijklopende entekstualisering?

Om deze vragen te beantwoorden wordt ingezet op mixed-methodonderzoek, waarbij zowel kwantitatieve onderzoeksmethodes als kwalitatieve onderzoeksmethodes worden gebruikt en gecombineerd.

Het kwantitatieve onderzoeksluik brengt vooral de wat-vraag in kaart: hoe variëren en veranderen diverse elementen van genreconventies doorheen de tijd, en kunnen we in het genre van de getuigenverhoren sporen vinden van diverse ‘discourse traditions’ (cf. bijv. Kabatek, Obrist & Vincis 2010; Kabatek 2018). Om dit te onderzoeken wordt voornamelijk gebruik gemaakt van corpuslinguïstische methoden, op basis van kwantificeerbare en deels automatisch detecteerbare afhankelijke variabelen. Zo kan onder andere worden gedacht aan zowel linguïstische als sociopragmatische kenmerken, bijvoorbeeld:

  • Behandelde onderwerpen:
    Aan de hand van topic modelling (bijv. Latent Dirichlet allocation – LDA) kan in kaart worden gebracht welke thema’s of onderwerpen behandeld worden in de getuigenverhoren, en hoe de beschrijvingen van de behandelde thema’s (ondanks een constante focus op dezelfde soorten misdrijven in de corpusselectie) variëren en veranderen doorheen de tijd.
  • Mate van oraliteit en directe rede:
    Verhoren worden vaak genoemd als voorbeeld van ‘speech-based’ taalgebruik, in meerdere of in mindere mate ‘speech-like’ is (Culpeper & Kytö 2010): enkel via de omweg van professionele schrijvers krijgen we een zicht op het gesproken woord, maar tegelijkertijd worden directe citaten vaak gebruikt om de verklaring een schijn van authenticiteit te bieden. Hiertoe kan het voorkomen van dialectische uitspraakkenmerken onderzocht worden, in combinatie met het voorkomen van kenmerken als directe en indirecte rede, turn taking, etc. (cf. Culpeper & Kytö 2000).
  • Formulaisch taalgebruik:
    Welke formulaire constructies worden gebruikt, hoe is en verandert de proportie formulaïsch taalgebruik tegenover vrijer taalgebruik, en welke mate van variatie op deze vaste patronen komt voor (cf. Van der Wal en Rutten 2013)?
  • Vraagstellingen:
    Welke soorten vragen (cf. bijv. Archer 2002) worden gesteld, hoe leidend of open zijn deze, en wat is de tekstuele verhouding van de gestelde vragen tot de gegeven antwoorden?
  • Evidentialiteit en epistemische stance:
    Hoe en in welke mate worden evidentialiteit en epistemische stance linguïstisch uitgedrukt in zowel vragen als antwoorden binnen de verhoren (cf. bijv. Grund 2012), en in welke mate veranderen de strategieën om dit uit te drukken van de achttiende tot de negentiende eeuw?

Een kwalitatief onderzoeksluik gaat hier vervolgens dieper op in en probeert de waarom-vraag te beantwoorden op basis van enkele diepgaande casestudy analyses van een bepaald type misdrijf over bijvoorbeeld:

  • Discursieve constructie van misdrijf en schuld doorheen getuigenverhoren in een zaak:
    Welke individuen worden verhoord in een zaak (bijv. beschuldigde, toeschouwer, benadeelde partij, expert, familielid) en hoe dragen de respectievelijke vraag-antwoordsequenties in deze getuigenverhoren bij tot de discursieve constructie van het misdrijf en/of schuld van de beklaagde (Archer 2002)?
  • Rol van linguïstische en sociopragmatische kenmerken in de bewijsaanvoering:
    Welke kenmerken typeren doorslaggevende elementen in getuigenverhoren (bijv. directe rede voor bekentenissen en toegevingen van schuld; cf. Doty & Hiltunen 2009) en hoe verandert dit per type misdrijf doorheen de tijd?
  • Tekstuele linken tussen getuigenverhoren:
    Welke linken kunnen er gevonden worden tussen de vraagstellingen in getuigenverhoren die deel uitmaken van dezelfde zaak (Heffer et al 2013) en hoe manifesteren die zich in het geschreven taalgebruik (bv. leidende vragen, epistemische stance, evidentialiteit of directe rede)? In welke mate toont dit voortschrijdend inzicht in de zaak doorheen de getuigenverhoren?
  • Link tussen socio-economische status getuige en linguïstische kenmerken getuigenis:
    Welke verschillen in linguïstische kenmerken zijn er tussen getuigenissen van individuen met hoge socio-economische status (bijv. een dokter) en lage socio-economische status (bijv. een dienstmeid)? In welke mate wordt de geschreven weergave van een getuigenverhoor van bijv. een dokter meer gekenmerkt door een tekstualistische standaard (bijv. causaliteit, cohesie en consistentie, feitelijkheid, lineariteit) dan deze van bijv. een dienstmeid doorheen de tijd (cf. Park & Bucholtz 2009)?

Het is aan de gekozen kandidaat om, op basis van deze krijtlijnen en met bijkomende input van beide promotoren, zelf een gedetailleerd onderzoeksvoorstel uit te werken gedurende de eerste maanden van de aanstelling. Voor de sollicitatie verwachten we dat kandidaten al nadenken over de globale richting waarin ze daarvoor zouden willen gaan, en enkele suggesties doen voor verdere uitwerking van enkele mogelijke pistes (cf. supra).